Tijdens de zomermaanden laten we vaak onze vaste routines varen en is er ruimte voor vacare: het leegmaken. We laden ons op, we komen tot stilstand en misschien ook wel dichter bij onszelf. Maar ook aan de vakantie komt een eind en dan moeten we weer opnieuw onze plek vinden in ons ‘oude’ leven. Tegelijkertijd kennen we allemaal het verlangen om dat gevoel van vrijheid en harmonie zo lang mogelijk vast te houden. Hoe doe je dat? Hoe vind en behoud je het evenwicht? Daar gaan we deze schrijfsessie naar op zoek.
Mozart moet je in september spelen
in het voorgevoel van herfst en winter.
Het is nog warm en zonnig in de tuin,
nog vol van bloemen die insecten lokken,
maar de nachten zijn allang gaan lengen.
En het eerste blad begint te kleuren,
al staat de kamperfoelie (tweede bloei)
nog bedwelmend in de haag te geuren.
Mozart moet je in september spelen
(het klinkt naar lente, maar het is al herfst):
uitbundigheid, het voorspel van de vorst.
Geen maand is zo vol schoonheid als september,
maar het is glorie die zijn eind verwacht:
uit morgennevel wordt nog zon geboren,
maar wat er binnenkort staat te gebeuren
kun je ’s avonds in de wind al horen.
Theo van Baaren (1912-1989) uit: Trommels van marmer (1986)